Renault 21: een sterke echo van de mode uit de jaren 80

Bijna 40 jaar geleden, en om precies te zijn op 20 november 1985, werd voor het eerst een uiterst stijlvolle Europese auto geïntroduceerd: de Renault 21. Dankzij deze auto behield het Franse staatsbedrijf zijn leidende posities in de meest betwiste marktklasse. Het vervangt de acht jaar oude Renault 18, waarvan de populariteit gestaag afnam, ondanks een sterke start van zijn commerciële carrière. Het ontwerp van de 21 onderscheidt zich door scherpe en zeer strakke lijnen, die zichtbaar contrasteren met de meeste andere bestsellers uit die tijd, zoals de Ford Sierra en Opel Kadett E. En dit is niet zomaar een model met een compleet nieuw uiterlijk, maar een heel scala aan auto's met verschillende motoren, uitrustingen en een zeer breed scala aan opties. Het grootste verschil zit in de plaatsing van de motor. Deze kan, afhankelijk van het model, dwars of in de lengterichting worden gemonteerd set lant de distributie febi pret.

Renault 21: een sterke echo van de mode uit de jaren 80

De ontwikkeling van de Renault 21 duurde vijf jaar. In die periode vernieuwde het bedrijf zijn gamma volledig, te beginnen met de modellen 9 en 11 begin jaren 80, gevolgd door de 25 en de tweede generatie van de vijf, en tot slot de Alpine GTA en de aantrekkelijke minivan Espace.

Het model 21 werd aanvankelijk aangeboden met vier soorten motoren – een dwarsgeplaatste 1,7-liter benzinemotor en drie in de lengterichting geplaatste motoren – een 2-liter benzinemotor en een 2,1-liter diesel- en turbodieselmotor, met een vermogen van 76 tot 120 pk. voor benzine en van 67 tot 88 pk. voor dieselmotoren.

Volgens gegevens van het Aerotechnisch Instituut van Saint-Cyr bedraagt de luchtweerstandscoëfficiënt van de Renault 21 0,21, wat zelfs naar huidige maatstaven een zeer goede prestatie is. De massa van de auto ligt, afhankelijk van het model, tussen de 954 en 1160 kg, de maximumsnelheid varieert van 163 tot 184 km/u en de acceleratie van 0 tot 100 km/u bedraagt 15,6 tot 10,7 seconden. Kort na de start van de productie werd het nieuwe model gedrukt met een oplage van 1.400 exemplaren per dag.

In mei 1989 De auto werd zowel technisch als stilistisch volledig geüpdatet. Het nieuwe, gestroomlijnde uiterlijk leek nu behoorlijk op dat van de Renault 25, die tegelijkertijd werd geüpdatet. Ook werd een liftback-carrosserie aan het assortiment toegevoegd (die op de Franse markt al snel populairder werd dan de sedanversie) en de sportieve 2.0 L Turbo-versie. De TXi 2.0 12v en 2.0 Turbo sedans zijn leverbaar met een Quadra vierwielaandrijving. Ook in de Nevada stationwagons is deze uitvoering leverbaar met een 2,0-liter 8-kleppenmotor en met een 2,1-liter atmosferische dieselmotor. Hierbij moet worden opgemerkt dat de voorwielaangedreven versie van de Renault 21 Turbo een indrukwekkende snelheid van 227 km/u bereikt.

Op de IAA in Frankfurt in 1989. Het 2.2i-model met directe brandstofinjectie werd geïntroduceerd, aanvankelijk gericht op de Duitse markt, waar verzekerings- en belastingregels gunstiger waren voor grotere motoren met een lager vermogen. Injectiemotoren zijn uitgerust met een Renix-regeleenheid, ontwikkeld door een joint venture van Renault en Bendix. Deze versie is ook leverbaar met vierwielaandrijving, voornamelijk in het Nevada stationwagenmodel.

De laatste Renault 21 liftback en sedan op benzine rolden begin 1994 van de band, na de lancering van de gloednieuwe Laguna liftback. De diesels en de Nevada/Savanna bleven echter nog enige tijd op de markt totdat ze werden vervangen door vergelijkbare Laguna-varianten (eind 1994 voor de diesels en eind 1995 voor de Nevada/Savanna).

Auto-onderdelen AutoPower
Auto-onderdelen AutoPower

De ontwikkeling van de Renault 21 duurde vijf jaar

Het model 21 werd aanvankelijk aangeboden met vier soorten motoren – een dwarsgeplaatste 1,7-liter benzinemotor en drie in de lengterichting geplaatste motoren – een 2-liter benzinemotor en een 2,1-liter diesel- en turbodieselmotor, met een vermogen van 76 tot 120 pk